Mijn geboortegrond bevindt zich aan de andere kant van de oceaan op Curaçao. Hoewel ik vanaf mijn zevende jaar in Nederland woont, verlang ik met vlagen nog wel eens naar de uitbundigheid van de tropen. De warmte, het fruit, de vogels, de heldere zee.

Tijdens mijn studie sociale wetenschappen woonde ik op ‘het IBB’, een studentencomplex tegenover de kunstacademie in Utrecht. Dagelijks liepen studenten met mappen, objecten, rollen en doeken onder hun arm de academie in en uit. Achter mijn studieboeken hield ik ze benijdenswaardig in de gaten. Zou ik ook toelating doen?
Het bloed kroop waar het niet gaan kan en zo geschiedde. Ik ging naar de kunstacademie. De eerste twee jaar naar de Rietveldacademie in Amsterdam, de jaren erna naar de grafische afdeling op de academie tegenover het IBB op. 

Naast de avondopleiding werkte ik als communicatiemedewerker. De ervaring met collega’s, drukkers, fotografen, tekstschrijvers en webbouwers kwam me later van pas. Ik schreef me in bij de Kamer van Koophandel en ontwierp klussen voor een boekenbon. Mijn eerste ontwerpen werden in oplage gedrukt en verspreid. Na tien jaar richtte ik helemaal op het ontwerpen. De combinatie van studie, een dienstverband en freelancen werd te druk. 

Ondertussen ben ik ruim twintig jaar ontwerper. Terugkijkend heb laden vol drukwerk mogen ontvangen, een dozijn computers en laptops versleten, ontelbare software-updates geïnstalleerd, analoge en digitale camera’s gebruikt, kasten met kunstboeken, kleurenwaaiers en papiermonsters staan en meer. Klein behuisd moet ik regelmatig opruimen, anders was ik er nog onder bezweken. 

Gelukkig is tegenwoordig alles gedigitaliseerd en zou een account in de cloud volstaan. Toch is er niets fijners dan een ruwe, opdikkende bladzijde tussen je vingers te voelen, de inkt naruikend en het matlaminaat nog ongeschonden. Zo’n ervaring wordt steeds exclusiever.

Is dat erg? Nee, dat niet. Internet heeft plaatst gemaakt voor bibliotheken, tijdschriften, kranten, televisie, prikborden en smoelenboekjes. Maar een onderscheidend ontwerp blijft nog steeds aan de basis liggen. 
Over het woord ‘onderscheidend’ bakkeleiden de docenten op de kunstacademie al, kunstrecensenten in bladen en programma’s. Toen en nu, en daar zijn social media bijgekomen.

Het is niet ingewikkeld om een onderscheidend ontwerp te maken. Ingewikkelder is de vraag waarom je het maakt, voor wie je het maakt en hoe je je gebruiker wilt bereiken.
Hoe wil jij je onderscheiden? Tot wie wil je je richten?
Hoe onderscheidt jouw dienst of product zich van anderen?
Hoe wil de organisatie waar je voor werkt zich onderscheiden?
Tot welke groepen richt zij zich?
Vragen die van belang zijn om aan de slag te gaan als ontwerper.

‘In de toekomst zal iedereen tien minuten beroemd zijn’, Andy Warhol (1968).